Je stuurt data naar een server, misschien een JSON-payload, een XML-bestand of een formulier met een upload, en krijgt direct een fout terug: 415 Unsupported Media Type.
Geen kapotte endpoint, geen serverfout. De server begrijpt wel dat je iets probeert te versturen, maar kan er niets mee. En dat heeft meestal te maken met de manier waarop je het verpakt.
Status code 415 betekent dat het aangeleverde mediatype niet wordt ondersteund. Niet omdat het onveilig is, maar omdat de server niet weet wat ermee moet gebeuren, of simpelweg niet geconfigureerd is om het te accepteren.
Waarom ontstaat een 415 status code?
De fout treedt op wanneer de Content-Type header in je HTTP-verzoek niet overeenkomt met wat de server accepteert. Bijvoorbeeld:
- Je stuurt JSON, maar vergeet Content-Type: application/json toe te voegen
- Je gebruikt text/xml, terwijl de backend alleen application/xml accepteert
- Je post raw text naar een endpoint dat een geformatteerde structuur verwacht
De server controleert je headers, ziet een onbekend of ongewenst type, en breekt de verwerking af.
In tools als Postman zie je dan direct een 415 status code verschijnen. Curl doet dat ook, meestal zonder toelichting. Sommige servers sturen een extra hint mee in de responsebody, zoals:
{
“error”: “Unsupported Media Type”,
“expected”: “application/json”
}
Wat kun je doen om het op te lossen?
De eerste stap is simpel: controleer de Content-Type header. Die moet precies overeenkomen met wat het endpoint verwacht. Een kleine fout in spelling of subtype kan al genoeg zijn om een status code 415 te triggeren.
Bijvoorbeeld:
- Voor JSON: Content-Type: application/json
- Voor bestandsuploads: Content-Type: multipart/form-data
- Voor klassieke formulieren: application/x-www-form-urlencoded
Let ook op de combinatie met de daadwerkelijke payload. Het heeft weinig zin om application/json mee te sturen als je body gewoon platte tekst bevat. Sommige frameworks proberen nog een fallback, maar veel API’s zijn strikt.
Waar kom je deze fout tegen?
Vooral in API’s, en dan met name in endpoints die data verwerken in gestructureerde vorm. Denk aan REST-API’s, GraphQL-ingangen of uploadinterfaces.
Frontend-frameworks kunnen de fout ook veroorzaken als ze headers verkeerd instellen. Bijvoorbeeld bij fetch() in JavaScript, waarbij de Content-Type niet expliciet is meegegeven terwijl de body al als JSON wordt gepusht.
Zodra client en server elkaar niet begrijpen qua formaat, krijg je dus een 415 status code.
Tot slot
De 415 status code betekent niet dat je request fout is opgebouwd, maar dat de verpakking verkeerd is. Je geeft de server iets aan, maar in een taal die hij niet spreekt.
Het is technisch een simpele fout, maar eentje die je snel over het hoofd ziet. Zeker bij WooCommerce-imports of WordPress-uploads is het een klassiek voorbeeld van “formaat klopt niet”. Met de juiste WordPress Hosting, WooCommerce Hosting en Cloud Hosting voorkom je dat kleine headerfouten grote impact hebben.
Heb je een 415 te pakken? Check je headers, kijk wat de API verwacht en zorg dat je dataformat en je metadata elkaar snappen. Meestal is het opgelost voor je het weet, als je weet waar je moet kijken.
